Case

Welk milieubeleid zouden Nederlanders maken als zij staatssecretaris waren?

Welk milieubeleid zouden Nederlanders maken als zij staatssecretaris waren?

Voor het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat onderzocht Populytics met een PWE-raadpleging welke doelen Nederlanders belangrijk vinden voor het milieubeleid. Hun voorkeuren zijn een belangrijke bouwsteen voor het nieuwe Nationaal MilieuProgramma.

Aanleiding

Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) wil milieubeleid maken dat aansluit bij de waarden, voorkeuren en zorgen van inwoners. Daarom heeft het ministerie Populytics gevraagd om een raadpleging uit te voeren volgens de methode Participatieve Waarde Evaluatie (hierna ook wel PWE of PWE-raadpleging).

Uitvoering

De essentie van een PWE-raadpleging is dat deelnemers 20 minuten op de stoel van een beleidsmaker, bestuurder of politicus plaatsnemen en het beleidsdilemma ervaren. In de raadpleging over het Nationaal MilieuProgramma kregen deelnemers twee ‘keuzetaken’ voorgelegd waarin de vragen centraal stonden:

  • Keuzetaak 1: Wat vind jij belangrijk bij het maken van milieubeleid?
  • Keuzetaak 2: Welke aanpak voor het milieubeleid zou jij kiezen?

In de eerste keuzetaak vroegen we deelnemers om 50 punten te verdelen over negen prioriteiten binnen het milieubeleid. Ze moesten hierin keuzes en afwegingen maken, net zoals het ministerie moet doen.

In de tweede keuzetaak kozen deelnemers zes keer uit twee beleidspakketten met verschillende effecten op de portemonnee, volksgezondheid en de natuur. Hiermee werd achterhaald welke verplichtende, stimulerende of beprijzende maatregelen de voorkeur hebben van inwoners en hoe de effecten van de maatregelen gewaardeerd worden.

Van april tot en met juli 2023 hebben 5.209 Nederlanders hun waarden en voorkeuren geuit. Over het geheel genomen vonden deelnemers het fijn om mee te denken over het milieubeleid via de PWE-raadpleging. Veel positieve deelnemers geven ook aan dat ze wat geleerd hebben door hun deelname: “Je krijgt meer inzicht over maatregelen en gevolgen.”

Resultaten

Uit het onderzoek blijkt dat bijna twee derde van alle Nederlanders (62%) zich zorgen maakt om het milieu. Daarbij noemen ze in het bijzonder luchtvervuiling (genoemd door 51%), klimaat (51%) en vervuiling met stoffen die niet verdwijnen, zoals microplastics en PFAS (50%). Slechts een kwart van de deelnemers vindt dat de regering geen extra maatregelen hoeft te nemen.

Als het gaat om de doelen en principes binnen het milieubeleid, dan hechten Nederlanders de meeste waarde aan het principe dat de grootste vervuilers het meeste moeten doen (gemiddeld 7,3 punten, prioriteit 1). Dit is een meer generieke variant op het principe de ‘vervuiler betaalt’. Dit vestigt de aandacht op de rechtvaardigheid van milieubeleid en de verdeling van verantwoordelijkheid – en dus niet alleen op de doelmatigheid en doeltreffendheid.

Gemiddeld genomen geven Nederlanders ook hoge prioriteit aan het beschermen van de gezondheid tegen vervuiling (6,7 punten, prioriteit 2). Nederlanders vinden dit een belangrijk doel – iets belangrijker zelfs dan het verbeteren van het milieu zelf (6,0 punten, prioriteit 4). Een handelingsperspectief dat hieruit volgt is om het beschermen van de volksgezondheid een expliciet doel te maken van milieubeleid.

De verantwoordelijkheid voor het verbeteren van het milieu leggen inwoners vooral bij bedrijven en de overheid, maar om verschillende redenen. Bedrijven zien zij typisch gezien als de grootste veroorzakers. Ook hebben bedrijven de middelen en positie (bij de bron van de vervuiling) om er wat aan te doen. Voor de overheid zien zij milieubescherming als kerntaak, des te meer als het gaat om de volksgezondheid.

Tot slot, als Nederlanders een afweging moeten maken tussen verschillende types milieubeleid met verschillende effecten, dan doen zij liever iets dan niets. Alle type maatregelen – bijvoorbeeld subsidies, maar óók belastingen – krijgen de voorkeur boven niets doen. Voorwaarde is wel dat inwoners weten wat de effecten van het beleid zijn. Ook dit geeft een duidelijk handelingsperspectief: maak duidelijk welke keuze in maatregelen voorligt en maak duidelijk welke effecten die hebben. Dan kan je benutten dat Nederlanders liever iets doen dan niets doen.

Meerwaarde voor het ministerie

De PWE-raadpleging heeft het ministerie geholpen scherp te krijgen wat de belangrijkste (strategische) doelen moeten zijn voor het milieubeleid. In de zomer van 2023 informeerde staatssecretaris Heijnen (IenW) de Tweede Kamer over de voortgang van het Nationaal MilieuProgramma. Daarin noemt zij gezondheid, rechtvaardigheid en verantwoordelijkheid – oftewel, de prioriteiten van deelnemers uit keuzetaak 1 – als de speerpunten van het nieuwe programma.

Lees de kamerbrief van staatssecretaris Heijnen

Deel dit artikel

Lees de kamerbrief van staatssecretaris Heijnen

Brief aan de Tweede Kamer over de voortgang van het NMP (juli 2023)

Ervaar de PWE-raadpleging over het milieubeleid

PWE-raadpleging voor het NMP

Als Nederlanders een afweging moeten maken tussen verschillende types milieubeleid met verschillende effecten, dan doen zij liever iets dan niets. Alle type maatregelen – bijvoorbeeld subsidies, maar óók belastingen – krijgen de voorkeur boven niets doen.

Blijf up-to-date